Strategie | Creatie | Organisatie

Blog

StoryDoing - de reis

 
2016-06-24 12.36.13.jpg

Eind 2013 - Ron en Jan-Peter ploffen neer in twee luxe lederen fauteuils in een vage hotellobby in een afgelegen dorpje. Even bijpraten na een enerverende netwerkborrel en een mooi moment om wat lopende opdrachten door te spreken. Ze zijn al een tijdje aan de slag met het Oerverhaal van organisaties en initiatieven. Hun opdrachtgevers zijn tevreden met het resultaat, maar zij zelf niet. Want het is leuk, dat Oerverhaal, en een belangrijk onderdeel van het traject waar ze voor gevraagd zijn, maar het is niet meer dan een tussenstap. Ze lopen er tegenaan dat hun opdrachtgevers te snel tevreden zijn en dat het hen niet lukt om van visie en ideeën naar actie over te gaan. En een visie die in een la of op een stoffige plank belandt, daar heb je niet veel aan. Want…

“Een goed verhaal vertel je niet alleen als organisatie, een goed verhaal doe je”, aldus Jan-Peter.
“Precies, StoryDoing!”, aldus Ron.


Kedeng!! StoryDoing! Dat is wat we doen of in ieder geval voor ogen hebben bij de meeste opdrachten. En wat een fijn woord! We blijken de 2e ter wereld te zijn die het gebruiken. Een Amerikaan noemt ook de term StoryDoing en we kopen zijn boek. Het komt deels overeen onze ideeën, we nemen contact op en overwegen om het te vertalen, want dit moet ook in NL bekend worden. Alleen is hij meer beschrijvend en is ons model praktisch opgezet. Wij besteden meer aandacht aan het Hoe: hoe vind je een Oerverhaal, hoe schrijf je het en hoe zet je het om in acties? Halverwege 2014 hebben we een uitgebreid overleg tijdens een terrassentocht (een kroegentocht lijkt ons niet verstandig, we moeten helder kunnen denken…) door Rotterdam, waar we 5 verschillende terrassen aandoen om aantekeningen te maken van wat we bespreken. We besluiten zelf een boek te gaan schrijven.

We werken er hap-snap aan. Zowel andere werkzaamheden als privézaken zorgen er voor dat we weinig aandacht aan het potentiële boek kunnen besteden. Pas in 2015 komt er meer vaart in en tegen de zomer gaan we een lang weekend naar de Veluwe. We bedenken en structuur en 60 mini-hoofdstukken. Hoeveel?? 60!! Maar mini, hoor, dat schrijft fijner. Ook visualiseren we het model. Omdat er veel factoren een rol spelen, wordt het een 3D-ontwerp, net zoals een museumplattegrond.

Langzaam leggen we een basis voor ons boek. We bedenken een nieuwe fase die gaat over de waarde van je verhaal. Want het moet wel iets opleveren voor een organisatie. We hebben het 1e gesprek met de uitgever Vakmedianet en die zijn enthousiast! We lopen echter vast in de structuur. Hoewel het in de praktijk werkt als een trein, klopt er theoretisch iets nog niet in ons model. We vertragen en weer dwarsbomen omstandigheden onze vaart. Zoals altijd kom de oplossing voor de structuur op een terras in het zonnetje. Als laatste bedenken we de eerste fase van het model. Het Oerverhaal krijgt een andere rol. Het model is af. Maar het boek nog niet…

Tijdens een lang weekend in Antwerpen in 2016 maken we de volgende grote slag. Schrijven en uit eten wisselen we met elkaar af. We gooien de structuur om en weer om en weer om en weer om. Gooien theorie weg, voegen praktijk toe. Het DE Café bij Rotterdam CS draait aardig wat extra omzet door onze veelvuldige overlegsessies aldaar. We geven er trouwens ook een workshop StoryDoing. Eind 2016 zijn we het zat. We spreken af met de uitgever en bieden hem de rol van vriendelijke dictator aan. We stellen een deadline, gooien nogmaals de structuur om (waarom dat steeds een struggle is, lees je in het blog Interview alhier.

We halen de deadline doordat Ron voor dag en dauw opstaat en Jan-Peter nachtenlang doorwerkt. Maar nu willen we het boek nog van good naar great brengen. We vragen enkele meelezers kritisch te lezen. Dat laten ze zich geen tweede keer zeggen. Het commentaar is niet mals, maar erg nuttig. Ook de uitgever doet een duit in het zakje. Een redacteur krijgt de opdracht van onze 100.000 woorden er 25.000 te schrappen. Dat lukt haar! Overigens zijn wij het volledig eens met de meelezers en de uitgever. De nieuwe versie is een stuk beter. We schrappen zelf nog wat, zetten ook stiekem weer wat geschrapte stukken terug, scherpen nog enkele stukken aan.

En dan is het tijd voor de vormgeving. We hebben er zelf al veel ideeën over. De vormgever sluit aan, vult aan, komt met frisse vernieuwingen en we pingpongen naar een full-color boek, waarin de vormgeving de structuur en dus de inhoud perfect ondersteunt. Ondertussen halen we er nog minutieuze taalfoutjes uit, maar ook grotere fouten. Sterker nog, zelfs 2 dagen voordat het boek naar de drukker gaat, ontdekken we een enorme blunder in het model!! Waarschijnlijk een aanpassing die fout is gegaan in het heen en weer mailen van verschillende versies van het manuscript.

En dan is het af. En staat er een doos met boeken op tafel. Samen maken we hem open. Spannend… Zal het aan onze verwachtingen voldoen? Ziet het eruit zoals we voor ogen hadden en digitaal al vele malen gezien hebben. Ja. Volmondig ja. Tijd voor een lanceringsfeestje.

 
Jan-Peter Bogers